Investeren in de regio: daar wil de nieuwe directeur van Toerisme Utrecht Ronald Besemer zich te komende jaren voor inzetten, zo stelde hij vanmorgen op een netwerkbijeenkomst van Meetup Utrecht.
Zo’n 30 Utrechtse ondernemers zijn deze dinsdagmorgen afgekomen op het event in het voormalige krakerspand Ubica aan de Utrechtse Ganzenmarkt, dat nu de naam van de voormalige krakersvereniging draagt. Besemer begon zijn verhaal met enkele cijfers: de toeristensector zit in een dip en dit past in een Nederlandse trend. Alleen Maastricht en Eindhoven zagen afgelopen jaar hun bezoekersaantal stijgen. Daartegen staat dat de toerist in Utrecht éen euro meer heeft uitgegeven dan het jaar daarvoor: 44 Euro.
De Domstad staat in de schaduw van Amsterdam. Beide steden bieden dezelfde varieteit aan aanbod op het gebied van musea, winkelen en grachten. Utrecht is de hoofdstad in het klein, maar loopt achter op het gebied van marketing: ‘De toeristen komen niet alleen naar de hoofdstad voor de stad zelf, maar ook de mooie plekken in de buurt, zoals de Flevopolder, de Bollenstreek of zelfs het strand. Bloemendaal wordt al Amsterdam Beach genoemd’, weet Besemer. Hier moet Utrecht zich van inspireren.
Zo wil hij de bereikbaarheid van de attracties in de regio verbeteren. Hij noemt als voorbeeld een strakke busverbinding naar Kasteel de Haar, dat hij ‘het pareltje van de regio’ noemt. ‘Over een paar jaar bestaat Nederland uit nog maar vijf of zes toeristische gebieden. Utrecht moet in het midden van het land een plekje zien te veroveren tussen Amsterdam, West-Nederland/Randstad, Noord-Nederland en het Zuiden met Eindhoven en Maastricht’, legt hij uit. Ook pleit hij voor de Utrecht Card, dat bezoek aan de stad per trein faciliteert door combinatietickets. 51% van de bezoekers komt per spoor naar de Domstad, maar de samenwerking met de Nederlandse Spoorwegen verloopt stroef.
De samenwerking met diverse instellingen en andere spelers die bijdragen aan toerisme mag ook beter. Besemer wil de versnippering tegengaan. ‘In Amsterdam is duidelijk alles gecentraliseerd. In Utrecht mag er meer worden samengewerkt, met bijvoorbeeld de Culturele Zondagen‘, Alles onder een naam. En in verschillende talen. ‘Het valt me op dat horecagelegenheden hun menu alleen in het Nederlands op de kaart hebben staan, niet in andere talen’, betreurt de man die in februari aantrad. ‘Dat zou wel moeten, om te beginnen met het Engels. Je moet als internationale stad de taal van de bezoeker spreken’.
De voornaamste taak van Toerisme Utrecht is en blijft het aantrekken van zakelijke bezoekers, de grootste vetpot. Utrecht is de slimste stad van Nederland, de Universiteit behoort tot de top 50 van de wereld. En als congresstad staat het inmiddels op de 51e plaats, aldus het Congress & Convention Association (ICCA) zie Persbericht). Alleen al in de stad Utrecht zorgt zakelijk toerisme voor 7.000 voltijdbanen, voor de hele regio gaat het om ruim 15.500 voltijdbanen. Utrecht zal dan ook nooit overspoelt worden door de fotograferende toeristen, waar Amsterdam wel last van heeft. ‘Daar profiteren wij ook weer van’, erkent Besemer, ‘Bezoekers komen graag even een middagje naar Utrecht, waar ze anders benaderd worden. Ons motto, living like a local, waarin toeristen zich gedragen als de bewoner door bijvoorbeeld een stukje te gaan fietsen, past meer bij een kleinere stad als de onze’.
*Lees ook:
– Toekomstvisie Toerisme Utrecht: Living like a local
– En een toepassing hierop: AirBNB: Opschuiven voor de toerist
Deel dit:
Twitter Facebook Google+ E-mail