Neuchâtel is de hoofdstad van het gelijknamige kanton en naamgever van het meer. Van flaneren aan het water en in de straten van de middeleeuwse binnenstad tot het bezoeken van diverse interessante musea: het is een veelzijdige plaats.

Aan het meer en in het centrum zijn diverse terrasjes, parken en restaurants. Een bekend (maar ook duur) en origineel hotel is Le Palafitte, gelegen aan het meer.

De stad Neuchâtel ligt tussen het meer en de bergen van de Jura in, waardoor de hoogteverschillen groot zijn en sommige wegen steil. Tussen het (hooggelegen) station en de Universiteit (aan het meer) kun je gebruik maken van de Funambule: een kabelspoorbaan in een tunnel. Maar de wandeling van het station naar het meer/centrum duurt ongeveer tien minuten en is prima te doen.

Een ideale plek om te zwemmen in het meer is de Plage de Serrières (ten zuidwesten van Neuchâtel). Volg vanaf de Place Pury de Littoral (kustweg) langs het meer: na 600 meter ligt er aan de linkerkant achter de bosjes een grasveldje: je kunt hier na het zwemmen in het kristalheldere water heerlijk liggen op het gras onder de bomen of in de zon op de rotsen aan het meer. Parkeermogelijkheden zijn er niet ! Bij het gemeentezwembad Nid-du-Crô kun je ook in het meer zwemmen, maar dan moet je toegang betalen.

Culturele bezienswaardigheden zijn het Château (hier zetelt de administratie van het kanton) en het Musée des Beaux-Arts (Kunstmuseum). Sinds 2000 trekt het door de bekende Zwitserse architect Mario Botta ontworpen Centre Dürrenmatt jaarlijks vele bezoekers. Het centrum is gebouwd op de plek waar de in 1990 overleden Duits-Zwitserse schrijver en kunstenaar Friedrich Dürrenmatt de laatste 35 jaar van zijn leven woonde en werkte.

Europese museumprijs

In Hauterive, een voorstad van Neuchâtel, bevindt zich sinds 2001 het Laténium, het grootste archeologische museum van Zwitserland. Het werd in 2009 door de Europese Raad benoemd tot het beste van het continent. De regionale geschiedenis wordt er uitgelicht. Het museum is vernoemd naar het nabijgelegen meertje La Tène.

De stad staat eveneens bekend om zijn voetbalclub, Neuchâtel Xamax, dat twee keer kampioen van Zwitserland werd en in de jaren 80 tegen FC Groningen speelde (en won) in de UEFA Cup. Het nieuwe stadion La Maladière is vijf jaar oud en herbergt een winkelcentrum en een parkeergarage. Tijdens het EK voetbal in 2008 logeerde het Portugeze team in Neuchâtel (hotel du beau-Rivage), en trainde in La Maladière. De kaartjes voor de openbare trainingen kostten 10 euro en gingen – door de aanwezigheid van een grote Portugese gemeenschap – als broodjes over de toonbank.

Vanaf La Coudre (noord-oosten van de stad) vertrekt er een kabelbaantje naar Chaumont : dit is een bergtop op 1100 meter, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op Neuchâtel en omgeving. Er is een Tour Panoramique met uitleg welke bergen, meren en dorpjes je allemaal ziet liggen.

Neuchâtel is ook bekend om zijn wijn: in de regio zijn veel wijngaarden aan het meer: de eerder genoemde Littorail – een smalspoortram – leidt vanaf la place Pury in Neuchâtel langs de vissers- en wijndorpjes zoals Auvernier, Colombier en Boudry. Vaak hebben deze middeleeuwse dorpjes een kasteel, dat (soms op aanvraag) te bezichtigen is. De plaatselijke wijn kun je het beste in de dorpskroeg proeven, of bij de wijnproever zelf.

Evenementen: Op 1 augustus, de Zwitserse nationale feestdag, wordt er vanaf het meer vuurwerk afgestoken. In het laatste weekend van september vindt La Fête des Vendanges plaats, het wijnfeest.