Er bestaan verschillende manieren om naar Zwitserland te reizen. Welk vervoersmiddel de reiziger ook kiest, elk heeft zo z’n voordelen. Tips om naar Zwitserland te reizen.

De auto

Vanuit heel Nederland is via Duitsland naar Bazel (afstand vanaf Utrecht is 700 km) rijden de beste optie. Om gebruik te maken van de Zwitserse snelwegen heb je een Vignet nodig. Deze sticker kost veertig franken voor een jaar en plak je op de vooruit van je auto. Ze zijn verkrijgbaar bij elke grote grensovergang, zoals die van Bazel. Kies hiervoor wel de invoegstrook ‘Ohne Vignette/sans Vignette’.

Tip! Je kunt de vignetten ook vooraf verkrijgen bij de Nederlandse verkeersbureaus.

Vanuit Bazel is elke bestemming in Zwitserland binnen handbereik. De groene borden staan voor de snelweg en de blauwe voor de provinciale weg (kantonalweg/route cantonale). Het Zwitserse wegennetwerk is ondanks de bergen uitgebreid. Knelpunten in de spits zijn de wegen rondom grote steden zoals Zurich, Bazel, Bern en Lausanne en in drukke vakantieweekenden de Gotthardtunnel.

De geduldige en nieuwsgierige reiziger kan hier ook voor de Gotthardpass kiezen. Op sommige trajecten is het nu eenmaal leuker om de snelweg te verlaten en de provinciale weg (blauwe borden) op te gaan. De vele meren en dalen bieden adembenemende en gevarieerde uitzichten. Zo heeft elke streek zijn eigenzinnige dorpjes, zijn eigen dialect en eigen boerderijenstijl. Een pauze bij de plaatselijke bakker voor een lekkernij is aan te raden.

Afstanden (in km) vanaf Bazel:

• Bern – 98 km
• Chur – 201 km
• Geneve – 251 km
• Lausanne – 201 km
• Lugano – 263 km
• Luzern – 97 km
• Zurich – 85 km

De trein

Geen last van files, is het algemene cliché dat voorstanders van de trein vaak gebruiken. Op het traject tussen Keulen enFrankfurt neemt dit een letterlijke wending: de hogesnelheidstrein Intercityexpress (ICE) naar Bazel flitst met 300 km/h langs de drukke snelweg tussen Keulen en Frankfurt.

De Duitse ICE rijdt een keer per dag vanuit Amsterdam Centraal, Utrecht Centraal en Arnhem rechtstreeks naar Bazel, en omgekeerd (heen ‘ s ochtends, terug ’s avonds). Zes keer per dag is een overstap vereist in Keulen of Frankfurt. De rijtuigen zijn modern en van alle gemakken voorzien.

De budgetreiziger kiest ervoor om in Keulen op de Eurocity te stappen. Hij kan dan navertellen dat hij op een van de mooiste stations van Europa is geweest. Het kan voorkomen dat je er een uurtje moet wachten: het is in dit geval de moeite waard om een kijkje te nemen in de nabij gelegen imposante Kathedraal (vanaf de spoorbrug over de Rijn goed te zien). Bagage kun je voor een paar Euro’s kwijt in een kluis.

De Eurocity is eigenlijk een ouderwets Europees vervoersmiddel, maar goedkoper dan de ICE. Het scheelt meestal 20% van de prijs. De reis naar Zwitserland duurt maar een uur langer, op een reis van minstens zeven uur maakt dat niet veel uit.

Het geduld van de reiziger die voor de Eurocity kiest wordt beloond met een ritje langs de kronkelende Rijn (de rivier die zijn oorsprong heeft in Zwitserland en in Rotterdam de Noordzee instroomt) en de befaamde rots de Loreley. De scherpe bochten brengen je meteen in de Zwitserse sfeer, ook al ben je nog in Duitsland. De rijtuigen zijn ook Zwitsers, de dienstverlening is nog Duits maar wel prima. Wie het oosten van het Alpenland als bestemming heeft uitgekozen hoeft in Bazel (Basel SBB) niet over te stappen: de Eurocity rijdt door naar Zurich en Chur.

Het vliegtuig

Zwitserland beschikt over drie nationale luchthavens: Zurich, Geneve en Bazel. Zowel de Nederlandse als Zwitserse nationale luchtvaartmaatschappijen (KLM en Swiss) bieden meerdere vluchten per dag vanaf Schiphol en Rotterdam. In het winterseizoen (december t/m maart) biedt Transavia regelmatig vluchten aan tussen Rotterdam en Geneve.

Tip: Swiss biedt via haar website regelmatig voordelige tarieven aan.

In financieel krappe tijden is het handig om voor een prijsvechter te kiezen. EasyJet vliegt vanaf Schiphol drie keer per dag naar Geneve en één keer per dag naar Bazel. Afhankelijk van de bestemming is dit een goedkope oplossing. De service aan boord is misschien niet optimaal, maar voor een vlucht van een uur neem je de krappe beenruimte voor lief en geniet je van het uitzicht.

Bij slecht weer in Nederland geniet je alsnog van de zon boven het wolkendek, waarin je vervolgens induikt als de piloot zijn landing heeft ingezet. En dan verschijnen daar de meren, bergen en dalen. Bij de landing in Geneve vliegt je met een beetje geluk over het meer van Geneve en zie je de Alpen in de verte al liggen. Je kunt zelfs de beroemde fontein al zien.

In Geneve en Zurich start het vervolg van de reis letterlijk op de luchthaven zelf. De trein vertrekt naast het vliegveld, net zoals op Schiphol, maar met de Zwitserse reputatie erbij inbegrepen: de stations zijn schoon, treinen rijden altijd op tijd, en naar alle belangrijke bestemmingen van het land. Via de website van de Zwitserse spoorwegen zijn kaartjes beschikbaar.

Tip! Let een a twee dagen voor vertrek even op ‘click en rail’ op de site van de Zwitserse spoorwegen:  dit biedt op bepaalde treinen korting.