Omdat je bij Transavia 7,50 Euro moet bijbetalen om vooraf via de website een stoeltje te reserveren, was ik vroeg naar het vliegveld van Genève gekomen. Ruim twee uur voor vertrek. Als een van de eerste passagiers had ik ingecheckt en had ik ruim de tijd om lekker lunchen op het vliegveld voordat het vliegtuig naar Rotterdam vertrok.

Bij de Jardins de Genève – een serre waar de vogeltjes je toezingen – werkte ik rustig mijn boterhammen naar binnen, zittend op een heerlijke fauteuil. Voor mij op het tafeltje, naast mijn laptop – je kan op Cointrin een uur lang gebruik maken van gratis Wi-Fi – mijn incheckkaartje met het nummer van de zojuist verkregen stoel erop vermeld: plekje 8A. Oftewel, achtste rij,  links van het vliegtuig, aan het raam. Het beloofde een mooie vlucht te worden, ondanks de zware bewolking die er boven Zwitserland hing.

Toen ik een uurtje later het vliegtuig naar Rotterdam Airport binnenstapte en de nummertjes onder het bagageruim checkte, zag ik al snel het raamlogootje (hoofdje met vierkantje) van plekje 8A. En ik schrok me een hoedje: er was op deze rij helemaal geen raam! Slechts een wit,  rond plastic muurtje! Nog even hoopte ik een andere stoel te bemachtigen, maar de woorden van de stewardess ‘deze vlucht zit aardig vol’ ontnamen mij alle hoop. Ik moest anderhalf uur lang vooruit buigen om wat van het uitzicht van de passagier op de stoel voor mij mee te pikken.

Had ik een minuut eerder of later ingecheckt, had ik op die plek gezeten, of op de stoel van die man achter mij, die een paar minuten na mij zijn bagage had afgegeven. Ondanks dat ik wat van het uitzicht op Zeeland en het Delftland heb kunnen meepakken, moet je plekje 8A (en 8F overigens ook) in de toekomst vermijden. Het staat symbool voor de prijs die je (niet) betaalt voor het vliegen met een low-cost maatschappij.

*Tip voor de volgende keer: deze site.