Twee jaar geleden vond het Europees kampioenschap voetbal in Zwitserland plaats. Wat is daarvan overgebleven?
 
Er waren in Zwitserland vier speelsteden waar wedstrijden plaats vonden : Genève, Bern (waar Oranje zijn groepswedstrijden afwerkte), Bazel en Zürich. De stadions in deze vier steden waren speciaal gebouwd of gemoderniseerd voor het evenement.
 
Het St. Jakob Park, ten zuidoosten van Bazel, is de grootste van de vier. Het is in 2005 voltooid en is voor het EK uitgebreid van 38 000 naar 42 000 plaatsen; het is zoals vele moderne stadions multifunctionneel. Zo kunnen er ook concerten worden georganiseerd en is er een winkelcentrum en parkeerplaats. Het Joggeli (zo heten de supporters van FC Bazel), zoals het in de volksmond wordt genoemd, roept slechte herinneringen op voor Nederland: hier werd Oranje door Rusland in de kwartfinales uitgeschakeld. Maar de plaatselijke bevolking zal zich vooral de invasie van oranjesupporters (meer dan 150 000) herrineren.
 
Het Stade de Suisse in Bern daarentegen roept goede herinneringen op voor Oranje: hier werden in de groepsfase Italie, Frankrijk en Roemenië verslagen. Het stadion is in 2006 opgeleverd: het oude Wankdorf-stadion, waar de finale van het WK in 1954 werd gespeeld, moest hier voor wijken.

Het Stade de Suisse telt 30 000 plaatsen en leeft gedeeltelijk op zonne-energie: op het dak van het stadion zijn 7000 zonnepanelen geplaatst, verspreid over 12 000 m2 en deze leveren bij goede werking 1300 kilowatt op, goed voor 1,2 miljoen uren stroom per jaar. Genoeg om een jaar lang 400 huishoudens van stroom te voorzien !
 
In het Stade de Suisse, waar het thuisteam Young Boys zijn wedstrijden afwerkt, ligt door het jaar heen normaal een kunstgrasmat, samen met La Maladière in Neuchâtel de enige twee stadions in Zwitserland die over een kunstgrasmat beschikken. van de Zwitserse competitie. Voor het EK was een speciaal in Nederland vervaardigde natuurgrasmat aangelegd. De inwoners van Bern zullen zich de oranjeinvasie nog lange tijd herrineren !
 
Het Stade de Genève is het minst rendabele stadion van de vier: Servette, tot in de jaren 90 een Zwitserse topclub maar door financiele problemen nu spelend in de tweede divisie, speelt hier zijn thuiswedstrijden: het team geniet weinig populariteit en daarom zijn vaak lang niet alle slechts weinig van de 30 000 plekken bezet. Het stadion zit wel vol bij internationale wedstrijden van het Zwitserse elftal. Ook worden er wel eens concerten gehouden, maar niet vaak: het management van de Franse rockzanger Johnny Hallyday bekritiseerde de logistiek van het stadion.
 
Ook de Letzigrund in Zurich werd grondig verbouwd voor het Europees kampioenschap: FC Zurich moest hiervoor een jaar lang uitwijken naar het stadion van rivaal Grashoppers, de Hardturm. Het stadion beschikt over 30 000 zitplaatsen en is eveneens bekend door de Weltklasse, een belangrijke atletiekwedstrijd die jaarlijks in september gehouden wordt. Tevens vinden er diverse concerten plaats.
 
Een ander overblijfsel van het EK is in Grindelwald, in het Berner Oberland, te zien. De eigenaar van een kabelbaan  besloot bij elk doelpunt van Nederland een kabine oranje te schilderen, met de naam van de doelpuntenmaker erop: dit zijn er in totaal acht.   
 
De Zwitsers hebben de typische oranjesfeer in Bern zeer gewaardeerd en om dit nog een keer te laten herleven was Nederland dit jaar gastland tijdens de BEA-expositie in Bern. Op deze jaarlijkse landbouwtentoonstelling waren vele Nederlandse stands en Nederlandse producten werden ter verkoop aangeboden. Vooral de poffertjes waren zeer in trek ! Aangezien de opening op 30 april plaatsvond werd de jaarlijkse Koninginnedagborrel voor de Nederlandse gemeenschap op de BEA gehouden. Zo was een stukje Bern nog een keer oranje.