Portfolio en Blog van Henk Oldenziel

Crossmedia en 2.0 journalist met expertise in Nederlandse, Engelse, Franse en Italiaanse producties.

11 apr 2010

Nieuw op de UNESCO-lijst: ateliers voor klokkenindustrie

De uurwerkindustrie is de economische drijfveer van de steden La Chaux-de-Fonds en Le Locle, gelegen in West-Zwitserland. De talloze ateliers die hiervoor gebouwd werden en de bijbehorende architectuur – met veel licht dat naar binnen valt – zijn uniek. Op 27 juni 2009 heeft de Unesco dan ook besloten dit gebied op haar werelderfgoedlijst te zetten. 

De twee plaatsen zijn de belangrijkste steden van de Montagnes neuchâteloises en liggen op een steenworp afstand van de grens met Frankrijk. La Chaux-de-Fonds is met zijn 37 000 inwoners de derde stad (na Genève en Lausanne) van Franssprekend Zwitserland, en wordt vaak de Métropole horlogère genoemd. Met haar honderden uurwerkfabrieken doet het deze naam zeker eer aan.

Het Musée international de l’Horlogerie (klokkenmuseum) is het bekendste museum van de stad. In een modern gebouw half onder de grond staan honderden klokken en horloges tentoongesteld. In de tuin staat een groot carillon dat op gezette tijden diverse deuntjes laat horen.

Leuk is ook de Fonderie Blondeau: hier wordt een ander soort klokken gemaakt (gegoten), de bekende Zwitserse (koeien)bellen. Tijdens de Olympische winterspelen is de bel die luidt om de laatste ronde van een schaatswedstrijd aan te kondigen afkomstig van de Fonderie Blondeau ! Ook de vroegere Franse president Jacques Chirac bezit een exemplaar.

La Chaux-de-Fonds is de geboortestad van de beroemde architect Le Corbusier. Het huis dat hij in 1912 voor zijn ouders heeft ontworpen – la Maison blanche –  is enkele jaren geleden geheel gerestaureerd en trekt vele toeristen. De stad is sinds een brand in 1794 in Sonnebau/Jugendstil opgebouwd, met straten die als een schaakbord, oftewel parralel en loodrecht op elkaar lopen. Vanaf de 65m hoge Tour d’Espacité (waar je goed kunt eten en drinken) is dit goed te zien. ’s Avonds is het helemaal de moeite waard om even naar boven te gaan : dan is de belangrijkste straat van de stad, de Avenue Léopold-Robert, verlicht. De bevolking vergelijkt de 3 km lange avenue met de Champs-Elysées. De bomen in de middenberm worden op 1000m afgesneden: de straat zelf ligt op 991 meter hoogte. 

Elke tweede week van augustus vindt in de oude binnenstad La Plage des Six-Pompes, het grootste straattheaterfestival van Zwitserland, plaats. Theatergroepen uit heel Europa – soms ook uit Nederland – spelen begin augustus zes dagen lang gratis (na afloop collecte) voor een enthousiast en ieder jaar talrijker publiek.

In Le Locle staat ook een horlogemuseum, gevestigd in een mooi oud kasteeltje. Het bestaat dit jaar 50 jaar en ter ere daarvan is een grote tentoonstelling georganiseerd.  Iets verder naar het Zuid-Westen ligt de Vallée de la Brevine, die door zijn ligging in een dal ook wel het Siberië van Zwitserland genoemd wordt: het wordt er ’s winters regelmatig -30 graden. Op het nabij gelegen Lac de Taillères kun je heerlijk schaatsen, als er tenminste niet te veel sneeuw op het ijs ligt.

Komende vanuit Neuchâtel – de hoofdstad van het gelijknamige kanton – moest je tot halverwege de jaren ’90 over een pas, de Vue des Alpes, om La Chaux-de-Fonds te bereiken. Er is inmiddels een tunnel, maar een tocht over de op 1283m gelegen pas is met mooi weer zeker de moeite waard. Vue des Alpes betekent ‘Blik op de Alpen’, en de talloze witte toppen, van Eiger, Mönch en Jungfrau tot Mont Blanc, zijn bij helder weer goed te zien. Daarnaast is de Vue des Alpes een zeer geschikt uitgangspunt voor – lange en korte – wandelingen en is er een rodelbaan. En niet te vergeten, ’s winters kan er niet alleen gewandeld (al dan niet op sneeuwschoenen) maar ook gelanglauft en geskied worden. Afgelopen winter was het zelfs mogelijk een tocht op een hondenslee te maken, getrokken door een tiental echte husky’s!

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een comment te plaatsen.